AkzoNobel heeft zowel de omzet als het bedrijfsresultaat zien toenemen, maar het bedrijf heeft de mooie cijfers over het tweede kwartaal vooral te danken aan de zwakke euro. Terwijl de verkopen in Europa nog niet aantrekken, krijgt het verfconcern nu ook te maken met stagnatie in Azië en Zuid-Amerika.

De omzet van AkzoNobel steeg in het tweede kwartaal met 6 procent tot 3,9 miljard euro. Die omzetstijging is echter vrijwel in zijn geheel te danken aan de zwakke koers van de euro ten opzichte van de Aziatische valuta en de dollar.

Beleggers zullen iets positiever zijn over het bedrijfsresultaat dat met 38 procent toenam tot 486 miljoen euro. Een teken dat het concern er in is geslaagd fors te bezuinigen op de kosten. De nettowinst bedroeg 331 miljoen tegen 205 miljoen ene jaar eerder.

Nog geen herstel in Europa

Als je kijkt naar de belangrijkste markten van het verf- en chemieconcern, dan is de verwachting dat de groei in Europa ook in 2015 nog grotendeels uitblijft. Europa is goed voor 45 procent van de omzet van het concern.

De groei in opkomende economieën, waar AkzoNobel de afgelopen jaren sterk op heeft ingezet, neemt sterk af. In Rusland en Brazilië is sprake van stagnatie of zelfs krimp – zeker als het gaat om industriële verven gebruikt in de olie-industrie. Maar ook China, waar het concern de afgelopen tien jaar zwaar in zijn activiteiten heeft geïnvesteerd, is nu een ‘uitdagende’markt geworden.

De echte groei komt voorlopig alleen uit de Verenigde Staten. De VS zijn echter sinds de verkoop van de verfdivisie daar in 2013 een relatief onbelangrijke markt voor het bedrijf en nog maar goed voor 15 procent van de omzet.

Lees ook het interview met Ton Büchner: hogere bedrijfsresultaten door continue verbetering

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl